De Waddenpieper is een exclusieve aardappel die wordt geteeld in beschermd Waddengebied. De Waddenpieper is door deze voedingsbodem licht ziltig en tegelijkertijd zoet van smaak. Hij combineert in dit gerecht heerlijk met zeekraal en de Hollandse garnalensaus. Het is een vastkokende aardappel met een romige structuur. Het is niet nodig de aardappel te schillen.

Het toevoegen van zout is bij de Waddenpieper overbodig doordat de aardappel van zichzelf al licht ziltig smaakt.

1. 1. Verwarm de oven voor op 220 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier.

2. Kook de aardappelen in 15 tot 20 minuten gaar. Giet af en laat uitstomen.

3. Leg de aardappels op de bakplaat en plet ze met een pureestamper. Besprenkel de geplette aardappels met wat olie en strooi er wat grof zeezout over. Schuif de bakplaat in het midden van de oven en bak de smashed Waddenpiepers in 25 minuten goudbruin en krokant.

4. Was de zeekraal en verwijder eventuele houtachtige onderkantjes. Doe de zeekraal in een vergiet en giet er kokend water uit de waterkoker over. Spoel daarna direct goed af met koud water en laat de zeekraal uitlekken tot gebruik.

5. Maak de saus. Smelt hiervoor het klontje boter in een pannetje en fruit de sjalot heel zachtjes gedurende een paar minuten. Voeg dan de wijn toe en laat dit een minuutje pruttelen. Voeg dan de slagroom en visfond toe, roer goed en kook de saus tot ongeveer de helft in. Breng op smaak met peper en zout en voeg helemaal op het einde de Hollandse garnalen toe. Warm even mee.

6. Verdeel de smashed Waddenpiepers over twee borden en schep de Hollandse garnalensaus erover. Leg de zeekraal ernaast.